DAB+ niet zo geschikt voor gebruik binnenshuis: dit is de reden en wat zijn alternatieven?
In dit artikel:
Radiozenders promoten DAB+ als opvolger van FM, maar in de praktijk werkt dat niet altijd goed voor huiskamergebruik. Veel luisteraars ontdekken dat nieuwe DAB+-radio’s wel zenders tonen, maar binnenshuis vaak haperen of helemaal stil blijven. Fabrikanten gebruiken meestal vergelijkbare ontvangst‑chipsets, waardoor het patroon van slechte ontvangst bij veel toestellen gelijk is.
De oorzaak is technisch: FM zendt tussen 87,5 en 108 MHz, DAB+ tussen circa 174 en 230 MHz. Hogere frequenties zijn gevoeliger voor verzwakking door obstakels; moderne, goed geïsoleerde woningen met dubbele beglazing vormen daardoor een barrière voor DAB+-signalen. Oplossen vereist meer zenders of hogere zendvermogens, maar dat botst op internationale frequentieafspraken, maximale uitzendvermogenlimits en flinke kosten voor zenders.
Daarom kiezen omroepen en commerciële partijen voor een hybride aanpak: DAB+ wordt vooral gepromoot voor buitengebruik en in auto’s waar minder obstakels zijn, terwijl binnenhuis luisteren wordt gefaciliteerd via internet (apps), of via televisie- en decoderplatforms van aanbieders als Ziggo, KPN, Odido en Delta. Veel themakanalen en stations zoals NPO‑kanalen, NPO Radio 5, Radio 10, Qmusic, JOE en Sky Radio zijn al primair via DAB+ of online beschikbaar.
Een snelle uitschakeling van FM is onwaarschijnlijk: commerciële vergunningen lopen tot 2035 en zijn duur betaald, waardoor zenders niet snel volledig stoppen met FM-distributie. Voor wie binnenshuis DAB+ wil verbeteren blijven opties bestaan zoals externe antennes, betere plaatsing van de radio of kiezen voor streaming via internet.