Ziggo kan door samenwerking nog meer concurrentie van glasvezel krijgen

In dit artikel:

In veel Nederlandse wijken liggen inmiddels meerdere glasvezelnetwerken door wat de sector “overbouwen” noemt: KPN (via Netwerk NL en Glaspoort), Delta Fiber en Open Dutch Fiber leggen elkaar in meerdere regio’s het vuur aan de schenen. Daardoor hebben honderdduizenden adressen niet één maar twee of drie fysieke aansluitingen. Dat drukt de opbrengst van de aanleg: exploitanten moeten toegangstarieven rekenen aan serviceproviders (ook kleinere aanbieders) om hun investeringen terug te verdienen, en als er meerdere netten naast elkaar bestaan stijgt de kostprijs per aansluiting.

In België kozen Proximus (Fiberklaar) en Telenet (Wyre) ervoor om in delen van Vlaanderen niet elkaars netten te overbouwen maar samen te werken: één netwerk, minder dubbele investeringen en volgens de partijen ongeveer 30% lagere toegangsprijzen voor serviceproviders. Dat vertaalt zich in scherpere consumentenprijzen en duwt concurrerende tarieven naar beneden — een trend die ook in Spanje zichtbaar is.

Voor Nederland ligt de situatie genuanceerder. Omdat in grote delen van het land glasvezel al aanwezig is, heeft samenwerking inmiddels minder effect dan in België. Toch kan samenwerking in gebieden waar nog geen glasvezel is de kosten drukken, meer adressen bereikbaar maken en op termijn landelijk voor lagere abonnementstarieven zorgen. Dat vormt een bedreiging voor kabelaar Ziggo, die al onder druk staat en naar eigen zeggen maandelijks ongeveer 10.000 klanten verliest: goedkopere, wijdverbreide glasvezelabonnementen zouden die uitstroom kunnen versnellen.

Kortom: overbouw veroorzaakt inefficiëntie en hogere toegangsprijzen; gerichte samenwerkingen tussen netwerkexploitanten kunnen duplicatie terugdringen en consumentenprijzen verlagen, maar de effecten verschillen per land en per fase van uitrol.